Structurele kosten periode 2018 - 2023

Totaal structurele kosten periode 2018-2023

Totaal structurele kosten periode 2018-2023
Totaal structurele kosten 2018 - 2023
Totaal€ 730.721.887
Nationaal€ 43.650.387
Europees€ 687.071.500
Brontabel als csv (127 bytes)

Toelichting

In de periode 2018 – 2023 kwamen de netto structurele kosten als gevolg van nieuwe wet- en uit op ongeveer € 731 miljoen. Het gaat hierbij om het totaal van de regeldrukkosten (zowel toenames als afnames) als gevolg van nationale en Europese regelgeving. Daarvan komt ongeveer € 44 miljoen (6%) door nationale regelgeving en ongeveer € 687 miljoen (94%) door Europese regelgeving.

Structurele kosten per jaar, periode 2018-2023

Structurele kosten per jaar, periode 2018-2023
Structurele regeldrukkosten per jaar (2018 -2023)
2018€ 20.718.077
2019€ -21.749.821
2020€ 489.265.349
2021€ 27.611.218
2022€ 164.455.102
2023€ 50.421.962
Brontabel als csv (184 bytes)

Toelichting

In de periode 2018 – 2023 waren de netto structurele kosten in 2020 en 2022 het hoogst. In 2020 namen de structurele kosten toe met een bedrag van € 489 miljoen en in 2022 met een bedrag van € 164 miljoen. Het gaat hierbij om het totaal van (toenames en afnames van) de regeldrukkosten als gevolg van zowel nationale als Europese regelgeving. In 2023 zijn de structurele kosten met ongeveer € 50 miljoen toegenomen.

Structurele kosten per jaar als gevolg van nationale en Europese regelgeving (2018 -2023)

Structurele kosten per jaar als gevolg van nationale en Europese regelgeving (2018 -2023)
NationaalEuropees
2018€ 1.788.855€ 18.929.222
2019€ -57.761.916€ 36.012.095
2020€ 28.345.004€ 460.920.345
2021€ 15.035.750€ 12.575.468
2022€ 42.521.580€ 121.933.522
2023€ 13.721.114€ 36.700.848
Brontabel als csv (242 bytes)

Toelichting

Deze grafiek laat de verdeling van de netto structurele kosten per jaar zien, onderverdeeld naar nationale en Europese regelgeving in de periode 2018 – 2023. In 2020 en 2022 was er sprake van een relatief grote toename als gevolg van Europese regelgeving.

Grootste toenames structurele kosten periode 2018 – 2023

Grootste toenames structurele kosten periode 2018 – 2023
Regeling Toename Ministerie EU-gerelateerd?
1 Wijziging Bouwbesluit 2012 ivm BENG en NTA €441.050.000  Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ja
2 Implementatiewet Richtlijn modernisering consumentenbescherming 2019/2161 €81.000.000 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Ja
3 Wet implementatie herziene IORP-richtlijn €33.900.000      Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ja
4 Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 1e tranche -  Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie buiten de locatie (on the go) € 31.536.360  Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ja
5 Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen € 28.500.000  Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Nee

Toelichting

De volgende regelingen veroorzaakten in de periode 2018 - 2023 de meeste structurele regeldrukkosten.

1. Wijziging Bouwbesluit 2012 i.v.m. BENG en NTA

Dit wijzigingsbesluit geeft een verdere invulling aan de verplichtingen die voortvloeien uit de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU). Het stelt eisen waaraan een bijna energieneutraal gebouw moet voldoen. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit.

2. Implementatiewet Richtlijn modernisering consumentenbescherming 2019/2161

Deze wet implementeert de verplichtingen uit de Europese Richtlijn modernisering consumentenbescherming. De informatie- en transparantieverplichtingen in de Richtlijn richten zich vooral op online handelaren en aanbieders van onlinemarktplaatsen. Hiermee sluiten de Europese consumentenregels beter aan bij nieuwe technologieën en marketingmethoden. Ook wordt een stap gezet om de consument beter te beschermen in een snel veranderende online omgeving. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze implementatiewet.

3. Wet implementatie herziene IORP-richtlijn

Dit wetsvoorstel implementeert Richtlijn 2016/2341/EU over de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioen. Het doel van de richtlijn is het bevorderen van de verdere ontwikkeling van tweedepijlerpensioenen in de Europese Unie. In de richtlijn worden onder andere algemene regels gesteld op het gebied van governance, zoals over risicobeheer, accounting, risico-evaluaties en verslaglegging. Ook bevat de richtlijn algemene regels over de informatieverstrekking aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze implementatiewet.

4. Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik - 1e tranche - Exploitanten die voedsel of drank verstrekken voor consumptie buiten de locatie (on the go)

In 2019 is de Europsese Richtlijn (EU) 2019/904 gepubliceerd over de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik op het milieu. Deze Richtlijn is in Nederland geïmplementeerd door middel van het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik. In het Besluit is vastgesteld dat producenten van kunsstofproducten veranwoordelijkheid dragen voor de kosten van het opruimen van zwerfafval. De maatregelen in de regeling beogen het gebruik van kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik in 2026 t.o.v. 2022 met minimaal 40% te verminderen. De regeling bevat regels om kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik zoveel mogelijk te vervangen door a) herbruikbare alternatieven door middel van een verbod op het gebruik ervan bij consumptie ter plaatse en b) door ontmoediging van het gebruik door een verbod op het gratis verstrekken bij consumptie voor onderweg, afhalen of thuisgebruik. Per 1 juli 2023 moeten exploitanten die drank of voedsel on-the-go of voor bezorging aanbieden:

  1. een meerprijs berekenen; én
  2. een herbruikbaar alternatief aanbieden.

Zie voor meer informatie de toelichting bij deze regeling.  

5.    Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen

Dit besluit regelt onder andere de statiegeldverplichting voor metalen drankverpakkingen (blikjes) met een inhoud van 3 liter of minder. Dit betekent dat de producent en importeur verplicht zijn om statiegeld in rekening te brengen en dit, na gebruik van de verpakking, bij inname weer terug te betalen aan de klant. Daarnaast moeten de producent en importeur verplicht 90% van de verkochte blikjes gescheiden inzamelen. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit. Zie voor meer informatie de Nota van Toelichting.

Grootste afnames structurele kosten periode 2018 – 2023

Grootste afnames structurele kosten periode 2018 – 2023
Regeling Afname Ministerie EU-gerelateerd?
1 Wet waardeoverdracht klein pensioen €63.460.000 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nee
2 Wet modernisering kleineondernemersregeling  €35.000.000  Ministerie van Financiën Nee
3 Wijziging Bouwbesluit 2012 i.v.m. Implementatie EPBD III €20.850.000  Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ja
4 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018  €15.916.020  Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Nee
5 Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen  €9.600.000  Ministerie van Justitie en Veiligheid Nee

Toelichting

De volgende regelingen waren in de periode 2018 - 2023 verantwoordelijk voor de grootste afnames van de structurele regeldrukkosten.

1. Wet waardeoverdracht klein pensioen 

Dit wetsvoorstel regelt dat de waarde van een klein pensioen van een deelnemer automatisch kan worden overgedragen naar de nieuwe poensioenuitvoerder. Zo kunnen kleine pensioenaanspraken gebundeld worden tot een pensioen van aanzienlijker omvang. Het systeem van waardeoverdracht wordt zo eenvoudig mogelijk ingericht en belemmeringen worden waar mogelijk weggenomen. Voor de uitvoerder geeft dit mogelijkheden voor kostenbeheersing en efficiëntie. Met het mogelijk maken van automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen vervalt het recht op afkoop van kleine pensioenen, anders dan op de pensioendatum. Het huidige grensbedrag van een klein pensioen blijft ongewijzigd. Zie voor meer toelichting de Memorie van toelichting bij deze wet.

2. Wet modernisering kleineondernemersregeling 

De nieuwe kleineondernemersregeling vervangt de oude regeling door een vrijwillige omzetgerelateerde vrijstelling van omzetbelasting met een omzetgrens van € 20.000. Het gaat daarbij om de omzet van een Nederlandse ondernemer die belastbaar is, ongeacht het tarief en of de heffing is verlegd naar zijn afnemer. Deze vrijstelling maakt de btw-heffing bij kleine ondernemers makkelijker. De kans op het maken van fouten neemt hierdoor af. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze wet.

3. Wijziging Bouwbesluit 2012 i.v.m. Implementatie EPBD III

Met dit wijzigingsbesluit wordt invulling gegeven aan de verplichtingen die voortvloeien uit richtlijn 2018/844/EU (tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen of EPBD III). EPBD III bevat onder andere eisen op het gebied van energieprestatie en systeemeisen van technische bouwsystemen, documentatie van energieprestatie van technische bouwsystemen, laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer, keuringsplicht verwarmings- en koelingssystemen en eisen aan gebouw-automatiserings- en controlesystemen. Deze bepalingen reduceren het (fossiele) energiegebruik in gebouwen. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting  bij dit Besluit.

4. Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 

Deze wetswijziging moet de medezeggenschap verbeteren door een aantal belemmeringen waar cliëntenraden in hun werk tegenaan lopen, aan te pakken. Dit wetsvoorstel verstevigt de positie van de cliëntenraden ten opzichte van de zorginstelling, zodat de instelling de cliënt nog meer centraal zal zetten. Tegelijkertijd komt dit wetsvoorstel tegemoet aan de wens van instellingsbesturen en cliëntenorganisaties tot grotere ruimte voor een andere invulling van de wijze waarop instellingen in samenspraak met de cliëntenraad vormgeven aan medezeggenschap. Met meer mogelijkheden voor maatwerk ontstaat ruimte voor vernieuwende manieren van medezeggenschap waarin vooral ook plaats is voor directe participatie waarbij de betrokken cliënt zijn eigen wensen en ervaringen onder de aandacht kan brengen. Zie voor meer informatie de Memorie van toelichting bij deze wet.

5. Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen 

Dit besluit geeft regels over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke plaatsen, voor zover daarin in enige andere wet is voorzien. Tevens bevat dit besluit regels over de basishulpverlening op die plaatsen. Dit besluit ziet vooral op het gebruik van plaatsen in de open lucht en op de constructies die daar met het oog het gebruik van die plaatsen tijdelijk aanwezig zijn. Veel van de regels in dit besluit hebben betrekking op plaatsen waar groepen mensen in georganiseerd verband bij elkaar zijn, zoals openluchtfestivals. Zie voor meer informatie de Nota van toelichting bij dit Besluit.